De Ostmühle
De Gildehauser Ostmühle is qua type een bovenkruier; een ronde stenen grondzeiler. Dat betekent dat bij deze molen door middel van de draaibare kap de wieken in de wind gezet kunnen worden. De molen werd in opdracht van de toenmalige Graaf van Bentheim in 1749/1750 met zandstenen blokken gebouwd, afkomstig uit de Bentheimer groeven. Het betreft een molen met een lange, bewogen geschiedenis; onder meer dreigde ze meer dan eens te worden afgebroken. Gelukkig is dat niet gebeurd en werd de molen uiteindelijk na moeizame onderhandelingen in 1984 het eigendom van de Landkreis Grafschaft Bentheim. Met een forse investering, deels vanuit het monumentenfonds van het land Niedersachsen, werd de molen grondig gerestaureerd en in een zodanige staat gebracht dat er weer op de wind graan kon worden gemalen. Sinds 1986 kan ze weer als korenmolen worden gebruikt. Een groep vrijwillige molenaars van de VVV Gildehaus laat de molen regelmatig draaien.
Als een bijzonder goed passende aanvulling op de molen werd in 1989 een oorspronkelijk (1798) in Quendorf gebouwd bakhuis, na sloop aldaar, naast de molen weer opgebouwd. In de stenen oven wordt door vrijwillige bakkers van de VVV op traditionele wijze gebakken. De diverse broden en boterkoek worden vanaf 11.00 uur in het bakhuis te koop aangeboden.
Als een bijzonder goed passende aanvulling op de molen werd in 1989 een oorspronkelijk (1798) in Quendorf gebouwd bakhuis, na sloop aldaar, naast de molen weer opgebouwd. In de stenen oven wordt door vrijwillige bakkers van de VVV op traditionele wijze gebakken. De diverse broden en boterkoek worden vanaf 11.00 uur in het bakhuis te koop aangeboden.